Catalpa bignonioidesTrompetboom

(Onze catalogus toont ons assortiment, niet onze voorraad.)
Alt text
Alt text
Alt text
Alt text

Deze trompetboom heeft een grote afgeplatte ronde kroon die wel tot 8 meter breed kan worden en is dus aan te raden voor een iets grotere tuin. Hij bloeit weelderig aan het begin van de zomer met witgele bloemen. Ook opvallend is het grote hartvormige groene blad, dat pas laat in de lente verschijnt. Is uw beschikbare plaats echter beperkt, kies dan voor een bolcatalpa.'

Ik kijk ieder jaar weer vol verbazing naar de Trompetboom die aan het begin van de zomer bloeit wanneer de meeste bomen en struiken eromheen al lang uitgebloeid zijn. Hij is dan feestelijk getooid met grote witgele bloemen.

Van de lange bruine peulen die door de herfststormen al gauw afgerukt en rondgestrooid worden kun je een bundeltje als decoratie in je huiskamer of serre hangen.

Deze bijzondere, bladverliezende loofboom vind je bij ons meestal in plantsoenen of grote privé-tuinen. De trompetboom kan, bij gunstige standplaats en verzorging, en wanneer hij niet gesnoeid wordt, wel 18 m hoog en 10 m breed worden. Bij ons planten mensen een trompetboom meestal om het decoratieve hartvormige lichtgroene, gele of rode blad of omdat ze een bolcatalpa mooi vinden. Op gesnoeide bomen zullen er geen bloemen verschijnen.

Dat is jammer, want als we de trompetboom zijn gang laten gaan, verschijnen er eind juni indrukwekkende witte bloemtrossen die geel en purperen getekend zijn.

De meeste leden van de familie van Bigoniaceae groeien in de (sub) tropen. Inheems is de Trompetboom in de gematigde streken van Noord-Amerika en Oost-Azië. Hij werd via Engeland uit China ingevoerd.

Naamgeving

Als je één bloem apart bekijkt, ontdek je dat deze de vorm van een trompet heeft. Vandaar de naam 'Trompetboom'. Het woord catalpa is afgeleid van indiaanse naam catawba. De Indianen gebruikten delen van deze boom als geneesmiddel. Bignonioides duidt erop dat deze boom lijkt op een familie van tropische bomen.



Plantkundige kenmerken

De bladeren zijn tegenoverstaand of in 3-tallige kransen en zeer groot, eivormig en met een hartvormige voet. De top is spits. Aan de onderzijde zijn de bladeren zacht behaard. Ze beginnen vanaf april uit te lopen. Bij wrijving geuren zij onaangenaam. De bloemen verschijnen in rechtopstaande, breed kegelvormige pluimen die tweeslachtig zijn. Ze zijn 3-5 cm groot. De kleur is wit, de binnenzijde geel gestreept en violet gevlekt. Ze geuren licht en lijken op orchideeën. De stamper is bruin van kleur. De vruchten zijn dunwandige peulen met kleine, spitse zaden en behaarde vleugels. Zij blijven tot in het voorjaar aan de boom. De schors is grijsbruin.

De vrij dikke twijgen van de Trompetboom zijn breekbaar en bezitten een opvallend groot, licht gekleurd merg. Tijdens een zacht najaar groeien de toppen lang door. Daardoor bestaat kans op vorstschade. Desondanks loopt de boom in het voorjaar zonder problemen weer uit.

Als je een trompetboom in uw voor - of achtertuin wilt planten, kies dan een bolvorm, tenzij je een grote tuin hebt waar hij tot zijn natuurlijke, weelderige grootte uit kan groeien!

Standplaats en planten

De trompetboom houdt van iets lemige, voedselrijke, vochthoudende grond en vraagt om een zonnige plek om te kunnen bloeien. Hij is ook tevreden met halfschaduw. Hij kan hitte goed verdragen en is meestal winterhard. In het begin groeit hij snel, maar met het ouder worden gaat het wat langzamer.

Hij staat het mooist als imposante solitair op een groot gazon. De kroonomvang kan bij vrije uitgroei 15-20 m worden.

Snoeien.

De trompetboom hoeft eigenlijk niet gesnoeid te worden. Het is wel aan te bevelen om regelmatig dode en oude takken te verwijderen. Als er weinig ruimte is in de tuin, kan hij eind januari heel kort teruggesnoeid (geknot) en zelfs afgezaagd worden. Hij zal beslist opnieuw uitlopen, ook duurt het zo lang, dat je denkt: die heeft het loodje gelegd! Dat heeft die zeker niet, want hij loopt altijd laat in het voorjaar uit en verliest vroeg in de herfst zijn blad.

Ziektes en ongedierte

Helaas is ook deze boom vatbaar voor vraatzuchtige insecten en schimmels.

Zo kan de larve van de catalpa sphinx mot grote hoeveelheden blad verorberen. De rups is geel met zwarte stipjes.

Een andere boosdoener is meeldauw, te herkennen aan bruine vlekken op het blad, dat na een tijdje afvalt. Dit heeft te maken met vochtig warm weer en tast de conditie van de boom niet erg aan.

Erger is de verwelkingsziekte die bij Catalpa vrij vaak voorkomt. Bij deze verwelkingsziekte zal het blad opkrullen en verdrogen. Doordat een schimmel de vaatbundels doet dicht slippen kan de trompetboom er zelfs aan ten onder gaan. Deze schimmelziekte kun je bestrijden door de grond te behandelen met Sporgon.

Toepassing als geneesmiddel

Thee bereid van de gemalen schors, werkt antiseptisch, laxerend, kalmerend, wormafdrijvend en wordt gebruikt tegen slangenbeten.

De gekneusde bladeren helpen bij de behandeling van wonden en kneuzingen.

Thee bereid van de zaden, worden gegeven bij astma en bronchitis.
Het sap van de zaden, vermengd met dat van de planten ogentroost (Euphrasia officinalis) en wijnruit (Ruta graveolens) is een lotion tegen vermoeide ogen en oogziektes.

Een bijzondere eigenschap van de Trompetboom is dat hij muggen en vliegen op een afstand houdt.

Lees meer
Afdrukken
Lokaal gekweekt

Kenmerken

BloemkleurLichtblauw
Bloeiperiodejuni - juli
Bladkleur lenteLicht groen
Bladkleur zomerLicht groen
Bladkleur herfstGeel
WinterbeeldBladverliezend
SchorskleurGrijs
Groeivorm Breed eirond
GroeikrachtSnel
Hoogte volgroeide plant 10.00 tot 15.00 m
Standplaats Zon - Halfschaduw
Aantal per vierkante meter < 1
Aantal per lopende meter < 1
Onderhoudszorg Steunpaal voorzien
SnoeiperiodeNiet snoeien
Te gebruiken potgrondBodemverbeteraar universeel
Aanbevolen plantvoedingOrganische meststof voor bomen
Gebruikswaarde Alleenstaand